• Welkom
  • Nieuws
  • Waterbeheer
  • Contact
  • Welkom
  • Nieuws
  • Waterbeheer
  • Contact
Westkustpolder
  • Welkom
  • Nieuws
  • Waterbeheer
  • Contact

Wetten en regelgeving

​De werking van de polders en wateringen wordt in hoofdzaak bepaald door volgende regelgeving:
  • de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders
  • het K.B. van 30 januari 1958 houdende algemeen politiereglement van de polders en van de wateringen.
  • de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
  • Decreet Integraal Waterbeleid
Alle wetgeving betreffende de polders en wateringen kan u terugvinden op de website van de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen:  www.vvpw.be
 
Het is belangrijk voor het waterbeheer binnen het poldergebied, om een goed overzicht te hebben van alle activiteiten met betrekking tot de waterlopen.  Daarom geven wij u ter informatie enkele belangrijke richtlijnen door:

1. Regels bij een waterloop

De eigenaars en gebruikers van de gronden die aan de waterloop palen zijn verplicht doorgang te verlenen voor het uitvoeren van de onderhoudswerken. Daarom moeten de waterloop en zijn oevers altijd vlot toegankelijk zijn voor de waterbeheerder.
EENMETERSTROOK:
Het bewerken van de grond mag slechts vanaf een afstand van 1 m vanaf de taludinsteek van de waterloop.  Ook weides langs waterlopen moeten worden afgesloten. De afsluiting komt op 0,75 tot 1 meter van de taludinsteek, dit om trappelschade aan de oevers te vermijden. Voor het gebruik van pesticiden zijn de oever én de eerste meter vanaf de taludinsteek verboden terrein (voor sommige pesticiden gelden zelfs nog strengere regels).

VIJFMETERSTROOK:
Om het machinale onderhoud van de waterloop met een kraan te kunnen uitvoeren, moet er minstens een strook van 5 m gemeten vanaf de kruin van de oever vrij blijven van beplanting, stapeling of ophoging.

Afsluitingen evenwijdig met de waterloop kunnen op voorwaarde dat ze op een afstand van 1 m van de taludinsteek van de waterloop staan, de afsluiting mag ook niet hoger zijn dan 1,5 m zodanig dat de kraan er overheen kan werken.
Hetzelfde geldt voor haagaanplanting, deze moet door de eigenaar teruggesnoeid worden tot op de toegestane afmetingen.
Foto
Foto
​Afsluitingen dwars op de waterloop moeten voorzien zijn van een opening van minimum 5m of een makkelijk te openen of te verplaatsen toegang.
Bomen langs de waterloop dienen op minimum 10 meter van elkaar te staan rekening houdend met hun toekomstig volume zodat de zwenkarm van de kraan er tussendoor kan werken. 

​De waterbeheerder mág in deze vijfmeterstrook het maaisel en slib deponeren. Dit geeft geen recht op schadevergoeding.

Het Decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat binnen een strook van 5 m van de insteek van waterlopen geen gebouwen of constructies mogen opgericht worden. Ook bemesting (behalve door graasvee) is verboden binnen 5 m vanaf de bovenste rand van het talud. Grondbewerkingen (ploegen, zaaien, sleuven trekken...) evenals het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen zijn verboden binnen 1 m vanaf de taludinsteek. ​​

2. Watertoets

​De polder geeft advies bij projecten die het watersysteem beïnvloeden in de vorm van een watertoets aan de vergunningverlenende overheid.
Deze watertoets is een verplicht instrument opgenomen in de omgevingsvergunning. 
Bij een watertoets wordt nagekeken of de afstandsregels tot de waterlopen gerespecteerd worden en kunnen er maatregelen worden opgelegd om nieuwe verharde oppervlakten te compenseren.
Daarnaast gelden er, op plaatsen in en nabij overstromingsgevoelige gebieden, strenge bufferingsvoorwaarden om het waterlopenstelsel niet extra te belasten. 

3. Vergunningsplicht

Wie water ontneemt uit de waterlopen binnen de polder dient hiervoor een vergunning te hebben.
Hieronder verstaan we onder andere het tijdelijk beregenen van akkers met een mobiele installatie of een permanente waterneming voor het drenken van vee op stal. Het is steeds de eigenaar of de gebruiker van het perceel die verantwoordelijk is en de captatievergunning dient aan te vragen
 via het contactformulier. 
​Het bijzonder politiereglement moet hierbij worden nageleefd.

4. Toelating te vragen aan het polderbestuur

Voor het organiseren van recreatieve activiteiten in en rond de waterlopen beheerd door de polder, moet vooraf toestemming worden gevraagd aan de polder.
Volgende voorwaarden bij recreatie op de waterlopen moeten gerespecteerd worden:
  • Er mag geen zwerfvuil worden achtergelaten langs de waterloop;
  • Er mag geen schade worden berokkend aan de oevers;
  • Er mogen geen privé-eigendommen worden betreden zonder voorafgaand akkoord van de eigenaar(s);
  • De polder is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen.
Westkustpolder ● openbaar bestuur ● Dorp 29, 8690 Alveringem ● tel. 058 31 46 53 ● info@westkustpolder.be ● www.westkustpolder.com